HomeVerhalenHet eerste landelijke voorschoolse onderwijssysteem van Afrika, in Kenia
HomeVerhalenHet eerste landelijke voorschoolse onderwijssysteem van Afrika, in Kenia

Het eerste landelijke voorschoolse onderwijssysteem van Afrika, in Kenia

Na de onafhankelijkheid was Afrika in de jaren zeventig meer gericht op het basisonderwijs dan op het voorschoolse onderwijs. De Foundation zette in samenwerking met de regering van Kenia een landelijk voorschools onderwijssysteem op, inclusief lesprogramma, lesmateriaal en scholing.

Na de onafhankelijkheid was Afrika in de jaren zeventig meer gericht op het basisonderwijs dan op het voorschoolse onderwijs. De Foundation zette in samenwerking met de regering van Kenia een landelijk voorschools onderwijssysteem op, inclusief lesprogramma, lesmateriaal en scholing.

De Wereldbank financierde de uitbreiding van het systeem. In Afrika blijft Kenia op kop lopen als het gaat om onderwijs aan jonge kinderen.

kenyacase
Het belang van de jonge jaren aantonen

Toen Afrika pas onafhankelijk was, probeerde de meeste Afrikaanse landen algemeen basisonderwijs op te richten – slechts een handjevol dacht aan onderwijs aan kinderen van drie tot zes jaar. In die tijd werd het belang van voorschoolse educatie voor succes in het basisonderwijs nog niet algemeen erkend: academische vakgebieden zoals de ontwikkelingspsychologie stonden nog in de kinderschoenen.

De Foundation had ervaring met het bieden van hulp aan onderwijs voor jonge kinderen in Jamaica, en zocht een Afrikaans land waar ze in een nieuwe omgeving hetzelfde konden doen. De samenwerking met de Keniaanse regering, die in 1971 startte, zou vier decennia duren.

Een landelijke infrastructuur voor jonge kinderen

De Foundation werkte aanvankelijk samen met het Kenya Institute of Education (KIE), een aan het ministerie van Onderwijs gelieerde organisatie. Samen stichtten zij het National Centre for Early Childhood Education (NACECE) in Nairobi, een voor Arika unieke instelling.

Met volledige steun van de Foundation bood het NACECE intellectueel leiderschap en ontwikkelde het literatuur op basis van de behoeften van jonge kinderen en gezinnen; leidde het lerarenopleiders op; ontwikkelde het lesprogramma’s en lesmateriaal; en richtte het een decentraal netwerk op van District Centres for Early Childhood Education (DICECEs).

De eerste investering van de Wereldbank in Early Childhood in Afrika

Ons werk trok de aandacht van de Wereldbank, die vervolgens zijn allereerste lening verstrekte aan een Afrikaans land voor de financiering van onderwijs aan jonge kinderen. Dankzij de lening van 28 miljoen dollar kreeg 60% van de bevolking toegang tot voorschoolse educatie. Het ministerie van Onderwijs aanvaardde formeel de verantwoordelijkheid voor het verstrekken van onderwijs aan jonge kinderen.

De Foundation droeg specifiek bij aan de invoering van cultureel verantwoorde methoden ten dienste van jonge kinderen van nomadische en veehoudersgemeenschappen. Toen de HIV/AIDS-pandemie later een zware wissel op het land trok, gaven we de aanzet tot een nieuwe manier van denken over ondersteuning van onderwijs aan jonge kinderen in een tijd waarin zo veel kinderen hun ouders verloren hadden.

De Foundation investeerde tussen 1971 en 2010 meer dan 30 miljoen euro in Kenia. Tegenwoordig is het recht op voorzieningen voor jonge kinderen opgenomen in de grondwet, kan aan iedere instelling voor hoger onderwijs een diploma worden behaald op het gebied van onderwijs aan jonge kinderen – Kenyatta University verstrekt PhD-graden – en heeft Kenia de gezondste infrastructuur voor onderwijs aan jonge kinderen van heel Afrika.

Landen